Entertainment on Ice legt uit wat Kunstschaatsen is aan de NOS
Zo wordt kijken naar kunstschaatsen nog leuker, wij leggen het uit. Een soort ‘kunstschaatsen voor dummies’
“In Nederland denken veel mensen dat langebaanschaatsen dé primaire schaatssport is. Maar als je naar het buitenland gaat, zie je dat kunstschaatsen veel populairder is”, zegt Madelène van Beuzekom, oprichter van Entertainment on Ice.
Voor haar zijn termen als een korte kür, een drievoudige axel, een lus, rittberger-sprongen en een hemel-pirouette gesneden koek. Maar veel Nederlanders hebben geen idee waar dit over gaat. Wij leggen het uit, een soort ‘kunstschaatsen voor dummies’.
Kunstschaatsen, vertelt Van Beuzekom, bestaat uit vier basiselementen: sprongen, pirouettes, passen en interpretatie op muziek. Met deze basiselementen wordt een serie gemaakt, die wordt ook wel een kür genoemd. Tijdens de Olympische Winterspelen doen deelnemers mee aan een korte (2 minuut 50) of vrije kür (gemiddeld 4 minuten).
In de korte kür moeten schaatsers verplichte elementen laten zien. In de langere vrije kür hebben de schaatsers meer vrijheid. Ze moeten wel drie pirouettes laten zien en zes of zeven sprongen, waarvan drie combinatiesprongen en een passenserie.
Eigenlijk te vergelijken met een kleurplaat, zegt Van Beuzekom. “Eerst werk je de verplichte elementen, de lijnen, uit en daarna kleur je de lijnen in de choreografie die bij de gekozen muziek past.”
De Sprong
Een kunstschaatser kan voor de kür kiezen uit zes sprongen: een axel, salchow, spot, flip, rittberger en een lutz. Het aantal rotaties dat om de eigen as gemaakt wordt is het meest interessant, zegt Van Beuzekom. “Daar moet je echt op letten bij de Spelen. Het gros draait drie keer om de as (drievoudig), maar deze Spelen laten de topschaatsers zelfs vier rotaties zien bij verschillende sprongen, dat was vroeger niet voor te stellen.”
Je maakt continu de afweging: neem ik een risico of niet? Een wankeltje of val kost je al snel punten. Sterre van der Gouw
Elk element van de kür heeft een vast aantal punten die toegekend kunnen worden. “Zo kun je dus eigenlijk van tevoren al uitrekenen hoeveel punten je krijgt” zegt Sterre van der Gouw, een van de schaatsers van Entertainment on Ice. Daarnaast krijg je ook nog minpunten of pluspunten van de jury.
“Een kür is een wiskundige formule”, leggen de schaatsers uit. “Eerst bereken je de basispunten. Dan ga je kijken naar je sterke punten, waar je extra punten kunt krijgen. En de risico’s, waar je minpunten kunt krijgen. Je maakt continu de afweging: neem ik een risico of niet? Een wankeltje of val kost je al snel punten.”
Daarom ben je als schaatser ook tijdens de kür continu aan het nadenken. “Je hebt die formule in je hoofd en als iets fout gaat, weet je dat je die punten ergens anders kunt compenseren. Dan kun je bijvoorbeeld een mooiere combisprong maken, of je pirouette uitbreiden, zodat die extra punten je weer naar dat vooropgezette plan kunnen brengen.”
Dat is wel tricky. “Je gaat dan uit de automatische piloot en sommige schaatsers gaan dan gekke dingen doen”, lacht Van der Gouw.
De pirouette
Het volgende element: de pirouette. Een pirouette moet sowieso uit een minimaal aantal rotaties, draaiingen, bestaan. Verder kan de schaatser kiezen welke pirouette hij wil doen, bijvoorbeeld rechtop, diep met het zwaartepunt bij het ijs of een zweefpirouette. Ook let de jury op de start van de pirouette: is hij voorwaarts of achterwaarts, springt de schaatser de pirouette in?
Bij de pirouette wordt niet ‘gespot’, zoals dansers wel doen (naar een vast punt kijken terwijl je lichaam draait). “Nee, haha! Dat kan bij schaatsen niet, daar ga je veel te snel voor. Kunstschaatsers zetten tijdens de pirouettes hun gezichtsveld uit of sluiten hun ogen. Alles gaat op zwart. Spotten vertraagt alleen maar”, zegt Van Beuzekom.
Dans is onlosmakelijk verbonden met kunstschaatsen. Het is allebei bewegen op muziek, alleen is de dynamiek anders. Madelène van Beuzekom
Maar dans wordt wel vaak als uitgangspunt gebruikt. “Dans is onlosmakelijk verbonden met kunstschaatsen. Het is allebei bewegen op muziek, alleen is de dynamiek anders. Zo heb je bij schaatsen meer snelheid dus is balans houden veel makkelijker.” Ook Van der Gouw heeft jaren op ballet gezeten. “Ik had zelfs een schaatsballetjuf.”
De passenserie
Het derde element is de passenserie. Dat zijn allemaal vrij gekozen passen: voorwaartse draai, achterwaartse draai, bewegingen met de armen, door de knieën gebukt, ga maar door. “Er zijn hier ontelbare combinaties mogelijk”, aldus Van Beuzekom. “Je kunt je heel erg geven in een passenserie. Als er bijvoorbeeld iets is fout gegaan tijdens de sprongen kun je dat hier proberen goed te maken door de artistieke waarde op te krikken.”
De absolute top ben je als je een meester in techniek en entertainment bent. Madelène van Beuzekom
Het laatste element is de interpretatie van de muziek. En dat is belangrijk, zeggen de schaatsers. “Zo vertel je het verhaal. Het is een stukje entertainment. Kies je voor dramatische muziek, dan moet je je kür op een dramatische manier vertellen. Kies je vrolijk, dan moet het een opgewekte choreografie zijn. De muziek moet de persoonlijkheid van de schaatser laten zien.”En dat is waar de kunstschaatsers zich het beste kunnen onderscheiden van de rest. “De absolute top ben je als je een meester in techniek en entertainment bent. Als je de twee dingen kunt combineren”, zegt Van Beuzekom.
Dus: let tijdens de Winterspelen op de sprongen, de pirouettes, de passenserie en het entertainment. En, bij de paren, natuurlijk op de lifts, het optillen van de partner. “Eigenlijk moet je een kunstschaatser zien als een voetballer die niet alleen naar de overkant van het veld rent, maar ondertussen ook nog flikflaks en radslagen maakt en daarmee het publiek entertaint”, zegt Van Beuzekom.
“Maar we willen allemaal scoren. Of je nou een kunstschaatser of voetballer bent.” Madelène van Beuzekom
Redacteur NOS online: Carmen Dorlo
Lees het hele NOS artikel hier!